§5.4 Verschil bijzondere en speciale school
Paragraaf 5.4 nog eens herhalen? Bekijk hieronder het instructiefilmpje bij deze paragraaf.
Een van de grondwetsartikelen waarover het in §5.4 gaat is Artikel 23. In hoofdstuk 4 ging het ook al over dit artikel, maar dan in relatie met het welzijnsdilemma. In lid 1 van Artikel 23 staat namelijk: “Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering”. In hoofdstuk 5 komt het tweede lid van dit artikel aan bod, omdat dit past bij het cultuurdilemma. Dit gaat over de vrijheid van onderwijs, wat betekent dat een openbare en een bijzondere school beide mogen bestaan en betaald worden door de overheid.
Maar wat is nu eigenlijk een bijzondere school? Bijzonder onderwijs is gebaseerd op een godsdienst, levensbeschouwing of pedagogische visie op het onderwijs. Een openbare school staat hier los van en daar zijn alle leerlingen en leraren welkom. Een bijzondere school kan eisen stellen aan de leraren die er werken, maar ook aan de leerlingen die er naar school gaan. Dit wordt dan gedaan op basis van bijvoorbeeld de godsdienst waarop de school zich baseert. Voor zowel een openbare als een bijzondere school geldt dat ze zich moeten houden aan eisen die de overheid stelt. Dit gaat dan bijvoorbeeld over het aantal lesuren en de opleiding van leraren.
Voorbeelden van bijzondere scholen zijn christelijke scholen, islamitische scholen en hindoeïstische scholen. Deze zijn gebaseerd op godsdienst. Een montessorischool is een voorbeeld van een bijzondere school gebaseerd op pedagogische visie. In montessorionderwijs ligt veel nadruk op behoeften van leerlingen en het ontwikkelen van zelfstandigheid en eigenwaarde. Op deze scholen kiezen kinderen zelf wat ze op een schooldag doen.
Een speciale school is iets anders dan een bijzondere school. Speciaal onderwijs is er namelijk voor leerlingen die niet meekomen op reguliere openbare of bijzondere scholen. Op een speciale school krijgen zij dan intensievere of specialistische begeleiding. Redenen om naar een speciale school te gaan kunnen erg verschillend zijn. Zo kan het zijn dat een leerling moeilijk kan leren of gedragsproblemen heeft, maar ook kinderen die doof of blind zijn kunnen op een speciale school zitten. Binnen speciaal onderwijs is er verschil in het type leerlingen dat er naar toe gaat. Zo is er speciaal basisonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal onderwijs. Het verschil hiertussen kun je lezen op deze pagina van de Rijksoverheid.
Hoewel je de woorden ‘speciaal’ en ‘bijzonder’ in het dagelijks leven misschien soms door elkaar gebruikt, betekenen ze in het onderwijs dus iets verschillends. Bijzonder onderwijs gaat dus over de visie waarop het onderwijs is gebaseerd, terwijl speciaal onderwijs op verschillende manieren meer zorg biedt aan leerlingen.