§6.2 Kiesstelsels

Paragraaf 6.2 nog eens herhalen? Bekijk hieronder het instructiefilmpje bij deze paragraaf.

In opdracht 8 in het opdrachtenboek gaat het over verschillende kiesstelsels van Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk. In bron 1 heb je kunnen lezen hoe de Kiesraad in Nederland de zetels verdeelt. Hieronder legt de Kiesraad in een filmpje uit hoe dat gaat. (Vanaf 03:00 gaat het over lijstencombinaties: dit is afgeschaft en klopt dus niet meer).

Alle regels van het Nederlandse kiesstelsel liggen vast in de Kieswet. Hierin staat bijvoorbeeld in Artikel I 6 wat er gebeurt als een kandidaat op de dag van de Tweede Kamerverkiezingen overlijdt. Meer over de Kieswet kun je lezen op deze pagina bij paragraaf 6.4. Ook houdt de Kiesraad alle uitslagen van Tweede Kamerverkiezingen in het verleden bij. Zo kun je hier lezen wat er precies gebeurd is bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023. 

In bron 2 en 3 ging het over de Britse en Franse kiesstelsels en hoe het politieke landschap eruit zou zien als we deze stelsels in Nederland zouden hanteren. Het hele artikel over de vergelijking met het Britse kiesstelsel lees je hier en de vergelijking met het Franse kiesstelsel vind je op deze pagina van Stukroodvlees.nl. 

Dezelfde soort vergelijking is ook gemaakt met het Duitse en Noorse kiesstelsel. Het Duitse kiesstelsel kent kiesdistricten, waar per district de kandidaat wint die de meeste stemmen krijgt. Partijen die een district hebben gewonnen of die meer dan 5% van de totale stemmen hebben gekregen, krijgen dit proportionele deel van de totale zetels. Als je dus 20% van de districten wint, krijg je 20% van de zetels. Deze zetels worden eerst ingevuld met de kandidaten die een district hebben gewonnen, en daarna met kandidaten op de lijst van de partij. Het kan zo zijn dat bij een partij meer kandidaten zijn gekozen dan dat ze zetels kregen op basis van het percentage gewonnen districten. In dat geval krijgt de partij extra zetels: Überhangmandate. Afhankelijk van de verkiezingsuitslag kunnen er in Duitsland dus extra zetels komen. Meer weten? Lees dan deze uitgebreidere uitleg over het Duitse kiesstelsel en de vergelijking met Nederland. 

In Noorwegen werken ze ook met districten, waar meerdere kandidaten per district gekozen worden. De districten verschillen in grootte en in aantal kandidaten dat er gekozen wordt. Sommige districten mogen bijvoorbeeld 4 zetels verdelen, anderen wel 15. Dit soort kiesstelsel wordt in meer Scandinavische landen gebruikt, net als in Spanje, Portugal en België. De oppervlakte van een district en het aantal inwoners wordt meegewogen in het bepalen van het aantal zetels dat een district mag verdelen. In dit artikel wordt de vergelijking tussen dit stelsel en het Nederlandse stelsel gemaakt en vind je meer uitleg over dit districtenstelsel. 

Het laatste kiesstelsel wat we hier bespreken is het stelsel wat Sybrand Buma van het CDA in 2014 voorstelde. Van 2012 tot 2019 was Buma de partijleider van het CDA; sinds augustus 2019 is hij burgemeester van Leeuwarden. In 2014 vond het CDA dat het politieke systeem niet meer werkte zoals het zou moeten en daarom kwamen ze met verschillende voorstellen. Één daarvan was het gemengde kiesstelsel, waarbij Nederland wordt ingedeeld in 75 evengrote districten. Kiezers stemmen dan twee keer: één keer op een landelijke partij en één keer op een kandidaat uit het district. In dit artikel wordt Buma’s voorgestelde kiesstelsel verder uitgelegd. Ook beargumenteert de schrijver dat het een opvallend voorstel is omdat kleinere partijen zoals het CDA in zo’n systeem minder zetels halen dan in het huidige Nederlandse kiesstelsel. 

terug naar hoofdstuk 6naar §6.3