§4.3 De oorsprong van het poldermodel en de rol van het water in Nederland

Paragraaf 4.3 nog eens herhalen? Bekijk hieronder het instructiefilmpje bij deze paragraaf.

Het woord polderen verwijst vandaag de dag naar (langdurig) overleg tussen actoren om samen tot een besluit te komen. De oorsprong van dit poldermodel ligt in de Middeleeuwen, toen de eerste dijken aangelegd werden. Deze dijken kwamen er enerzijds om het land te beschermen tegen water en anderzijds om nieuw land te winnen. Ondiepe gebieden werden drooggelegd door er dijken omheen te bouwen en kregen de naam ‘polder’. Het bouwen van dijken kon alleen door samenwerking tussen boeren, burgers en de adel. Zij moesten er samen uit zien te komen en daar komt het poldermodel dus vandaan. Meer over het bouwen van dijken in de Middeleeuwen kun je zien in een filmpje van Schooltv.

Rijkswaterstaat heeft samen met de waterschappen het beheer over het water. Ze voorkomen watertekorten en -overschotten, overstromingen dus. Daarvoor nemen ze verschillende maatregelen, zoals de Deltawerken. Dat is het grootste Nederlandse verdedigingssysteem tegen hoogwater langs de kust. Zo’n systeem hebben we nodig, omdat bij een overstroming wel 60% van Nederland onder water zou komen te staan.

Veel Nederlanders vinden het inmiddels gewoon dat je niet bang hoeft te zijn voor overstromingen, dat het drinkwater altijd schoon is en dat er altijd genoeg water is. Maar waterschaarste is nog steeds een actueel onderwerp. Er zijn verschillende landen waar waterschaarste is en ook Nederland hoort daarbij.

De Nederlandse overheid is daarom bezig om zoet water als collectief goed voor ons allemaal te behouden. En ook burgers maken zich zorgen over de ‘waterafdruk’ (vergelijk: ecologische voetafdruk). In het filmpje hieronder wordt uitgelegd hoe het komt dat er waterschaarste is.

terug naar hoofdstuk 4naar §4.4 de Grondwet van 1983