§7.1 Kritiek op de UVRM

Een van de grotere kritiekpunten op de de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (de UVRM) gaat over de ‘universaliteit’ ervan. Het woord universeel betekent dat het voor iedereen, waar dan ook, moet gelden. De mensenrechten uit de UVRM zijn dus voor iedere wereldburger geldig en houden geen rekening met culturen of tradities in landen. Sommige landen zoals China en Iran willen dat tradities soms juist zwaarder wegen dan mensenrechten. Daar wordt soms bijgehaald dat de UVRM stamt uit 1948 en dat de wereld er toen anders uit zag. Veel ontwikkelingslanden waren toen nog kolonies en hadden geen stem in de VN. Sommigen willen dat er daarom een nieuwe verklaring wordt opgesteld, waarin meer wordt gekeken en geluisterd naar de ontwikkelingslanden.

Een van de kritiekpunten op de UVRM is dat de doodstraf er niet in genoemd staat. In 1948, toen de UVRM gemaakt werd, waren sommige landen er voorstanders van en anderen waren er tegen. Ze konden het niet eens worden en daarom is de doodstraf niet opgenomen in de UVRM, wat door sommigen gezien wordt als een nadeel.  

Andere critici wijzen erop dat de UVRM weinig kracht heeft, omdat in sommige landen mensenrechten structureel geschonden worden ondanks het bestaan van de UVRM. Een voorbeeld van zo’n land is Saudi-Arabië, waar geen onafhankelijke pers is, mannen veel meer rechten hebben dan vrouwen en waar rechtszaken oneerlijk zijn. Op de site van Amnesty International kan je meer lezen over de situatie in Saudi-Arabië.

terug naar hoofdstuk 7naar §7.1 wijzigen van de Grondwet