§ 3.5 Voorbeelden van inrichtingen van landen
Paragraaf 3.5 nog eens herhalen? Bekijk hieronder het instructiefilmpje bij deze paragraaf.
In het boek heb je in paragraaf 3.5 de antwoorden van Denemarken op de vier samenlevingsdilemma’s kunnen lezen. Op deze pagina bespreken we Iran, Cuba en het Verenigd Koninkrijk.
Allereerst Iran, een extreem-rechts land. In Iran is de Sjiitische Islam erg belangrijk en op basis daarvan is de samenleving ingericht. Dat levert volgens Iran immers het meeste maatschappelijk geluk op.
- Wat betreft het machtsdilemma gaat Iran voor daadkracht. Er zijn elke vier jaar verkiezingen, waar een president wordt gekozen, maar in de praktijk ligt de macht bij de religieuze leider. Hij moet bijna alle wetsvoorstellen goedkeuren.
- Bij het mensenrechtendilemma zien we dat Iraniërs niet veel vrijheidsrechten hebben. Ze kiezen voor orde. Het Sjiitische denken staat voorop.
- Waar Iran bij de overige drie dilemma’s erg duidelijk de rechterkant kiest, is dat bij het welzijnsdilemma niet het geval. Aan de ene kant gaan ze voor bestaanszekerheid (links). Armen worden geholpen door religieuze organisaties, die daarvoor subsidies krijgen van de overheid. Daarnaast heeft de overheid veel bedrijven in bezit, wat ook past bij links. Aan de andere kant is een groot deel van de economie in handen van het leger, een extreem-rechts antwoord.
- In het cultuurdilemma speelt religie een grote rol. Anders-denken en anders-zijn dan Sjiitisch wordt niet getolereerd. Homoseksuelen en christenen moeten vrezen voor hun leven. Daarmee kiest Iran voor een extreem-rechts antwoord op het cultuurdilemma: geen diversiteit, maar eenheid.
Het tweede land dat we bespreken is Cuba, een extreem-links land. Tijdens de revolutie in Cuba in 1959 dreven de communisten de dictator het land uit. Sindsdien wordt de ideale hoeveelheid maatschappelijk geluk volgens het land bereikt door het creëren van zoveel mogelijk gelijkheid en welvaart.
- Het Cubaanse antwoord op het machtsdilemma is inspraak. Na een periode met een revolutionaire leider die gelijkheid moet gaan realiseren, is het de bedoeling dat het volk rechtstreeks mag gaan meebeslissen. Volledige inspraak dus.
- Wat betreft het mensenrechtendilemma kiest Cuba voor het extreme antwoord orde. Rechten als het oprichten van een politieke partij en het recht van godsdienstvrijheid zijn ingeperkt. Er is een geheime politie om dit te controleren en de orde te houden.
- Bij het welzijnsdilemma gaan Cubanen voor bestaanszekerheid. De gezondheidszorg in Cuba is van hoog niveau en voor iedereen gratis beschikbaar. Dit wordt betaald door belastingen, die erg hoog zijn om de gezondheidszorg te kunnen betalen. Dat leidt ertoe dat Cuba een arm land is.
- Bij het cultuurdilemma geeft Cuba ook een extreem antwoord. Er is jarenlang een strijd geweest tussen de staat en verschillende kerken. Officieel is er vrijheid van godsdienst, maar wel met beperkingen. Zo is het religieus onderwijs afgeschaft, omdat het in strijd was met communistische idealen. Er is wel ruimte voor culturele verschillen en daarmee kiest Cuba voor diversiteit.
Tenslotte het Verenigd Koninkrijk, een land met centrum-rechtse antwoorden op de samenlevingsdilemma’s. Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit meerdere delen: Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland die gedeeltelijk zichzelf besturen.
- Het antwoord van het Verenigd Koninkrijk op het machtsdilemma is kiesrecht. In § 3.5 zag je dat Denemarken ook kiest voor kiesrecht. De Denen hebben na de verkiezingen meerdere partijen die de regering vormen. In het Verenigd Koninkrijk krijgt één politieke partij de meerderheid in het parlement en die regeert dan alleen. Er is dus meer daadkracht dan in Denemarken (centrum-links) en daarom is het centrum-rechts.
- Wat betreft het mensenrechtendilemma hebben burgers veel rechten en ligt de nadruk op vrijheid. Zo hebben ze bijvoorbeeld privacy in een rechtszaal: kranten en TV mogen niet aanwezig zijn bij rechtszaken. De politie heeft meestal geen vuurwapens bij zich en mag alleen een wapenstok laten zien als het nodig is. Het gevangenissysteem is wel meer rechts en staat bekend als hard. Gevangenen worden soms slecht behandeld en er zijn veel misstanden. Ook in de strijd tegen terrorisme ligt de nadruk meer op orde dan op vrijheid.
- Bij het welzijnsdilemma zien we dat het Verenigd Koninkrijk aan de ene kant gaat voor bestaanszekerheid. De gezondheidszorg is namelijk bijna gratis en inwoners kunnen zo lang verzorgd worden als nodig is. De ziekenhuizen zijn echter wel oud en de wachtlijsten zijn lang. Aan de andere kant is het schoolsysteem meer rechts. Om bij een universiteit binnen te komen moeten studenten een toelatingsexamen doen, wat meer past bij eigen verantwoordelijkheid.
- Tot slot het cultuurdilemma. Doordat het Verenigd Koninkrijk bestaat uit meerdere delen, zijn er ook verschillende culturen. De Angelsaksiche (Engelse) cultuur is echter dominant en daarmee wordt pluriformiteit de uitkomst van het cultuurdilemma.