§4.4 De Grondwet van 1983
Paragraaf 4.4 nog eens herhalen? Bekijk hieronder het instructiefilmpje bij deze paragraaf.
De Nederlandse Grondwet stamt uit 1814 en is dus gemaakt in een andere Nederlandse samenleving dan die waarin we nu leven. Toch hebben we nog grotendeels dezelfde Grondwet als twee eeuwen geleden.
In 1815 moest de Grondwet gewijzigd worden omdat België bij Nederland gevoegd moest worden. Naast de samenvoeging van de twee landen werd ook in de Grondwet gezegd dat er twee Kamers moesten komen: een Tweede Kamer die wetsvoorstellen indient en erover stemt en een Eerste Kamer die wetsvoorstellen alleen kan goedkeuren of afkeuren. In 1830 verklaarde België zich onafhankelijk van Nederland en toen dit in 1839 officieel erkend werd, moest de Grondwet natuurlijk weer gewijzigd worden. Ook werd de provincie Holland in tweeën gedeeld en ontstonden Noord-Holland en Zuid-Holland.
De volgende Grondwetswijziging was die van 1848, waarin de basis werd gelegd voor de parlementaire democratie. Hier lees je in hoofdstuk 6 in het lesboek meer over. Er kwam meer invloed van de Tweede Kamer en er werd begonnen met het invoeren van het kiesrecht. Dit leidde er uiteindelijk toe dat sinds 1972 alle Nederlanders boven de 18 jaar het kiesrecht hebben.
De laatste keer dat de Grondwet serieus gewijzigd is was in 1983, toen er modernisering op verschillende vlakken werd doorgevoerd. Zo is artikel 1 over het verbod op discriminatie toegevoegd, net als artikel 11 over onaantastbaarheid van ieders lichaam en kreeg de overheid de verplichting om de werkgelegenheid te bevorderen. Een verandering wat betreft politiek was de verlaging van de minimumleeftijd om lid te zijn van de Eerste en Tweede Kamer. Voor 1983 was dat 25 jaar, maar vanaf toen is dat 18 jaar geworden. Meer over deze Grondwetswijziging vind je hier.
Deze Grondwet bestaat uit acht hoofdstukken, met de volgende titels: 1) Grondrechten, 2) Regering, 3) Staten-Generaal, 4) Raad van State, Algemene Rekenkamer en vaste colleges van advies, 5) Wetgeving en bestuur, 6) Rechtspraak, 7) Provincies, gemeenten, waterschappen en andere openbare lichamen en 8) Herziening van de Grondwet. Zo zie je in een notendop wat er allemaal geregeld is in de Grondwet uit 1983. In totaal heeft deze Grondwet 142 artikelen die dus ook weer uit verschillende delen, leden genoemd, bestaan. In het eerste hoofdstuk staan de belangrijkste rechten, genaamd Grondrechten. Hoewel de term anders doet vermoeden, zijn grondrechten niet alleen rechten, maar ook vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging en vergadering.
Na 1983 is er niet veel ingrijpends meer veranderd aan de Grondwet. Er zijn meerdere wijzigingen doorgevoerd, als laatst in 2023. Toen werd er aan het discriminatieverbod in Artikel 1 nog ‘handicap’ en ‘seksuele gerichtheid’ toegevoegd. Wat de andere wijzigingen inhielden kun je hier vinden. De reden dat de Grondwet niet vaak wordt gewijzigd is, omdat het erg veel tijd kost en ingewikkeld is. Hier is bewust voor gekozen, omdat de Grondwet anders zomaar zou kunnen veranderen als een kleine groep, die op dat moment aan de macht is, dat wil. Het wijzigen van de Grondwet gaat als volgt: Als eerst moet er een overwegingswet worden aangenomen door de Eerste en de Tweede Kamer. Het aannemen van deze wet gaat net als het aannemen van een normale wet, en gebeurt dus als in beide Kamers een meerderheid is. Zo’n overwegingswet geeft eigenlijk aan dat er een intentie is om de Grondwet te veranderen. Daarna moet de Tweede Kamer opnieuw gekozen worden en deze nieuwe Kamer moet dan samen met de Eerste Kamer beslissen over de wijziging van de Grondwet. Bij deze beslissing moet er een tweederdemeerderheid zijn voordat de Grondwet daadwerkelijk gewijzigd kan worden. Hier gaat aardig wat tijd overheen en dat is dus ook de reden dat kleine wijzigingen vaak via een normale wet worden geregeld.
Hieronder kun je oefenen met de grondwetsartikelen uit §4.4.