§4.0 Basisinkomen

Over het basisinkomen wordt al lang nagedacht en veel landen hebben nog geen conclusie getrokken over het wel of niet afwijzen van dit idee. Het basisinkomen betekent dat iedere Nederlander een bedrag krijgt van de overheid, of je nu werkt of niet. Als je meer geld wilt hebben, moet je erbij gaan werken en extra geld verdienen. Het basisinkomen is anders dan een uitkering, omdat daar voorwaarden aan verbonden zitten. Je moet bijvoorbeeld werkloos zijn om een werkloosheidsuitkering te krijgen. Bij het basisinkomen is dat niet zo, deze is onvoorwaardelijk.

Er zijn verschillende redenen om het basisinkomen in te voeren. Zo kan het bijvoorbeeld zorgen voor meer gelijkheid. Iedereen krijgt eenzelfde bedrag per maand om mee te beginnen. Daarnaast voorkomt het dat er mensen zijn die niet aan voorwaarden voor uitkeringen voldoen en dus in armoede leven. Een andere reden die wordt gegeven is het verminderen van bureaucratie. Omdat aan uitkeringen veel voorwaarden verbonden zitten, moet er altijd gecontroleerd worden in hoeverre iemand hieraan voldoet. Bij het basisinkomen is dat niet zo en dat scheelt een hoop werk. Tenslotte kan de vrijheid een reden zijn om het basisinkomen in te voeren. Niemand hoeft meer verplicht te werken om rond te komen, maar het mag en kan wel als je dat wilt.

Er zijn natuurlijk ook gevaren of nadelen die bij het basisinkomen genoemd worden. Zo kan het zijn dat mensen lui worden omdat ze niet hoeven werken. De motivatie kan verdwijnen, waardoor er in totaal veel minder gewerkt wordt in Nederland. Daarnaast kost het erg veel geld om iedereen te voorzien van zo’n inkomen, waardoor belastingen hoog moeten zijn. Er zijn ook nog weinig experimenten gedaan om goed in te kunnen schatten wat de gevolgen van het grootschalig invoeren van zo’n basisinkomen echt zijn. Ook is er veel discussie over de hoogte van het basisinkomen. Moet dat ongeveer het minimumloon zijn, of juist wat lager om mensen te stimuleren erbij te gaan werken? Anderen willen juist weer een basisinkomen dat hoger is dan het minimumloon.

De journalist Rutger Bregman is een voorstander van het basisinkomen. Hij heeft er een boek over geschreven en vertelt in onderstaande Engelstalige presentatie waarom hij vindt dat het basisinkomen moet worden ingevoerd.

Verschillende organisaties houden zich bezig met het basisinkomen. Zo is er de Vereniging Basisinkomen die pleit voor de invoering van het basisinkomen in Nederland. Internationaal is er het Basic Income Earth Network, waar organisaties uit allerlei landen zijn aangesloten die voorstander zijn van het basisinkomen. Iedere twee jaar organiseren zij de International Basic Income Week.

De AOW wordt wel gebruikt als voorbeeld van een basisinkomen, maar dan alleen voor ouderen. Nederlandse 65-plussers krijgen iedere maand AOW om van te leven, zonder dat daar een prestatie tegenover staat. In Finland hebben ze een tweejarig experiment gedaan met een echt basisinkomen voor werklozen. Een groep van 2000 werklozen was geselecteerd om mee te doen en kreeg iedere maand €560. Er werd gekeken of ze eerder werk zouden vinden en hoe het was met hun welzijn. Na twee jaar bleek in 2019 dat ze zich wel gelukkiger voelden dan werklozen zonder het basisinkomen, maar dat ze niet meer werk vonden. Daarom besloot de Finse overheid te stoppen met het experiment.

Wil je meer weten over de haalbaarheid van het basisinkomen of over experimenten die hiermee gedaan zijn? Kijk dan op de site van VPRO Tegenlicht, waar je een verzameling van informatie over het basisinkomen kunt vinden.

terug naar hoofdstuk 4naar §4.1 cycli van wereldoorlogen en de theorie van Bartlett